Niet verdeelde pensioenrechten verjaren niet na scheiding!

gepubliceerd op 28 april 2015 Comments Off

De Hoge Raad oordeelt dat ‘niet verdeelde pensioenrechten’ niet verjaren. Dus ‘vergeten’ pensioenrechten bij scheiding kunnen ook na vele jaren nog gevorderd worden.

Wel of geen verjaring?

Bij echtscheiding geldt sinds 27 november 1981 dat pensioen verdeeld moet worden. Tot 1 mei 1995 golden hiervoor de regels van het pensioenarrest (het Boon van Loon-arrest). Tegenwoordig geldt de Wet  verevening pensioenrechten bij scheiding. Wat nu als pensioenrechten niet in de akte van scheiding en deling zijn opgenomen en hierdoor vergeten zijn om te verevenen? In het verleden gaven rechters verschillende antwoorden op de vraag of pensioenaanspraken die partners bij echtscheiding vergeten waren te regelen wel of niet kunnen verjaren. De Hoge Raad biedt daarover nu eindelijk helderheid.

De casus

Man en vrouw zijn in gemeenschap getrouwd en scheiden na 10 jaar huwelijk in 1991. In de akte van scheiding en deling wordt niet over pensioenaanspraken gerept. De man bereikt op 6 april 2011 de pensioengerechtigde leeftijd en ontvangt onder meer een pensioenuitkering van ABP. Op 10 augustus 2011 maakt de vrouw aanspraak op verrekening van de door de man tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten.

In het verleden oordeelden rechters verschillend

Binnen de rechterlijke macht werd over dit soort casussen verschillend geoordeeld. Bijvoorbeeld Rechtbank Middelburg (LJN: BX9626, nr. 80131) gaf aan dat pensioenrechten niet verjaren. Hof Leeuwarden oordeelde in deze zaak dat het ‘overgeslagen goederen-artikel’ (art. 3.179, lid 2BW) moet worden toegepast en dat de aanspraak derhalve na 20 jaar wel is verjaard. Rechtbank Arnhem-Leeuwarden (LJN: BY1372, nr. 118087) gaf ook aan dat pensioenrechten verjaren.

Het verschil richt zich specifiek op de vraag welk artikel uit het Burgerlijk Wetboek hier van toepassing is. Het gaat in dit geval om twee artikelen met een totaal verschillende verjaringsuitwerking. Onder staat de vergelijking van de artikelen:

Artikel. 3:178 BW bepaalt: “ieder der deelgenoten (…) kan te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed vorderen’ (tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is).” De term ‘te allen tijde’ wordt in de jurisprudentie uitgelegd als hiervoor bestaat geen verjaringstermijn.

Artikel. 3:179 lid 2 BW gaat over ‘overgeslagen goederen’: “De omstandigheid dat bij een verdeling een of meer goederen zijn overgeslagen, heeft alleen ten gevolge dat daarvan een nadere verdeling kan worden gevorderd.” Voor dit laatste artikel geldt een verjaringstermijn van 20 jaar.

De afgelopen jaren is in verschillende vonnissen en arresten dan ook verschillend voor de ene en dan wel de andere variant gekozen.

Hoge Raad biedt eindelijk helderheid

De Hoge Raad verbindt de twee artikelen aan elkaar: “Artikel 3:178 lid 1 BW bepaalt dat ieder der deelgenoten te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed kan vorderen. Uit de woorden ‘te allen tijde’ volgt dat deze vordering tot verdeling niet kan verjaren.”
“Artikel 3:179 lid 2 BW bepaalt dat de omstandigheid dat bij een verdeling een of meer goederen zijn overgeslagen, alleen ten gevolge heeft dat daarvan een nadere verdeling kan worden gevorderd. Ook een dergelijke vordering tot nadere verdeling is een vordering tot verdeling van een gemeenschappelijk goed in de zin van art. 3:178 lid 1 BW en uit dien hoofde dus niet aan verjaring onderhevig. Daarbij is niet van belang of het desbetreffende goed opzettelijk of onbedoeld is overgeslagen.”

Kortom, de Hoge Raad oordeelt dat ‘niet verdeelde pensioenrechten’ niet verjaren. Goed nieuws om deze omissie in de scheiding en delingsakte richting te geven!

TIPS

  • Pensioenrechten bij scheiding moeten altijd worden verdeeld, tenzij de partners in het echtscheidingsconvenant of al in de huwelijkse voorwaarden  hebben afgesproken dat ze het toepassen van de Wvps uitsluiten.
  • De financieel planner moet ondanks deze uitspraak alert blijven op pensioenrechten bij scheiding. Bij voorkeur bij de scheiding zelf. Dit speelt zeker als beide partners definitief van elkaar af willen. Zij zouden dan zo snel mogelijk conversie kunnen aanvragen.
  • Een pensioengerechtigde zelf blijft altijd het recht behouden zijn pensioengelden  alsnog te claimen. Ook hier is dus geen verjaringstermijn.
  • Een actuariële waardering ter onderbouwing van de verdeling van de pensioenrechten is ‘een must’ bij ieder convenant.
  • Maak de gevolgen van verevening, conversie en/of verrekening inzichtelijk, bijvoorbeeld via de echtscheidingsmodule vanFinact Software